zondag 14 december 2014

Luisterend naar het nummer ‘Winter’ van Tori Amos, schieten de gedachten door mijn hoofd. Ik zing mee en denk aan mijn vader. Bij het stukje ‘I’ll tell you that I always want you near. You say that things change, my dear.’ schiet ik vol. Wat zou ik soms toch willen dat ik nog met hem kon praten, dat hij nog hier was.

Ik vraag me af of het kwaad kan als ik zoiets denk. Zeggen mensen niet dat overledenen niet “door” kunnen als je ze bij je wil houden? Zou ik hem beperken als ik zoiets denk? Bijna onmiddellijk schiet me te binnen dat ik alleen mijzelf beperk. Dat ik hem niet meer kan beperken. Hij is vrij en kan zijn en doen wat hij wil. We zijn zo geneigd om onze aardse regels toe te passen op overledenen. “Als hij mijn zus bij staat als ze het moeilijk heeft, zou hij dan niet bij mijn moeder of bij mij zijn?”

Onze regels van tijd en ruimte gelden niet daar waar zij zijn. Waar het ook is, of hoe je het ook wilt noemen. Door onze beperkte, aardse gedachten hierover niet los te laten, maken we het onszelf moeilijker. Het valt me op dat zelfs wie er echt verstand van hebben, daar soms teveel in blijven hangen. Hoe het hierna is, gaat ons verstand te boven en als je dat toelaat, verandert je perceptie hiervan.


Alles wat we moeten weten, vinden we niet in ons hoofd, maar in ons hart. We voelen het als we aan onze overleden dierbaren denken:
Liefde is oneindig en heeft geen beperkingen. Daarom gaat de liefde die we voor elkaar voelen nergens heen. Het is er altijd en overal.

donderdag 25 september 2014

Vanochtend werd ik wakker uit een heel bijzondere droom: Ik was in een oud, monumentaal gebouw, samen met cursisten. Ik zou een cursus leiden die dag. In het gezelschap was een Islamitische man met een lange baard. Hij was traditioneel gekleed. Een beetje aparte keuze voor de cursus die ik ging geven, maar dat viel me toen nog niet op. Toen op een gegeven moment de bel ging, vroeg ik een van de cursisten de deur, die een eind verderop was in het gebouw, open te doen. Hij bleef lang weg en de blik op het gezicht van de Islamitische man met de baard trok mijn aandacht. Hij keek alsof hij meer wist van wat of wie er kwam en ik werd wat angstig. Het vermoeden dat heel even door mijn hoofd schoot, maar ik onmiddellijk weg redeneerde, werd bevestigd: Er kwam een hele groep Moslims binnen en ze leken geen goede bedoelingen te hebben. Toen ze allemaal waren gaan zitten, tussen de mensen van onze groep, nam ik het woord. Ik vroeg ze de cursisten te laten gaan.Ik legde uit dat zij niets met hun gevoelens van onvrede te maken hadden. Het was geen groep die iets tegen had op hun denkbeelden, het was juist een zeer vredige groep. 

De leider van de groep Moslims nam het voortouw. Het bleek niet de man met de baard maar een jonge man, begin twintig misschien. Hij liet mij de cursisten naar buiten begeleiden, maar wilde dat ik terug kwam. Ik bracht mijn cursisten in veiligheid en keerde terug naar de groep. Gek genoeg zaten ze nog steeds allemaal rustig op hun plek. Ze spraken over de voorbereiding van hun aanslag. Ze wilden het gebouw tot ontploffing brengen, midden in het centrum van een drukke stad. Ik liep door de ruimte, ze lieten het toe. Ik keek ze aan. Er waren mannen, jongere en oudere, maar tot mijn verbazing waren er ook meerdere vrouwen aanwezig. Waar ik in hun ogen alleen haat had verwacht, bekeken ze mij nieuwsgierig. In hun ogen zag ik mijn eigen ogen weerspiegeld. Ik was niet bang meer. Ik sprak met ze. Ik legde ze uit hoe ik in het leven sta en vroeg ze naar hun denkbeelden. Uiteindelijk lieten ze mij gaan. Ze waren niet van gedachten veranderd over hun aanslag, omdat ze wanhopig waren. Maar mij lieten ze vrij. Ik werd wakker voor ik kon besluiten wat mijn volgende stappen zouden zijn om te proberen de aanslag te voorkomen. Met in mijn hoofd één zin: De haat die wij zien in de wereld, is onze eigen haat weerspiegeld.

Laatst las ik dat de Jihad eigenlijk staat voor de heilige oorlog die je voert met jezelf, de oorlog om een beter mens te worden. Voor mijn gevoel is de wereld, met al zijn brandhaarden, een weerspiegeling van deze strijd in onszelf en met elkaar. Als wij zouden leren niet meer met onszelf te strijden en niet meer met onze naasten, zouden wij dan, in het klein, niet een goede start maken van het oplossen wat er in het groot allemaal gebeurt nu?

Op ieder moment dat bij onszelf haat en angst overheerst -voor onszelf, voor iemand die we kennen, of voor wat we juist niet kennen en niet begrijpen-, dragen wij bij aan de chaos. Ieder moment dat de media weer hun best doen om ons vol te proppen met hun angst- en haatzaaierij, wordt er bij ons een zaadje geplant. Een zaadje dat, als het uitgroeit, bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van de chaos. Angst wordt ons met de paplepel ingegoten en uit angst kan haat voortvloeien. De media en de politiek floreren onder deze angst, onder de haat die eruit voortkomt.

Ik praat niet in, of over complot theorieën. Ook daarvan vind ik dat ze angst en haat zaaien en dus bijdragen aan dat wat we niet willen. Ik zeg ook niet dat ik de oplossing weet. Misschien is het begin van de oplossing zo simpel -en tegelijkertijd zo onvoorstelbaar moeilijk- als de strijd opgeven en alles gaan bekijken vanuit liefde. Het opgeven van oordelen, over onszelf en over anderen. Het stoppen van het verspreiden van angst. Het kijken naar elkaar en elkaar ZIEN. De focus leggen op wat ons (ver)bindt, in plaats van op onze verschillen. Zou de kiem niet daar liggen, in dat kleine? Zodat het door kan groeien tot iets groots, iets wereldwijds? 
Ik weet wel dat de oplossing niet ligt in het zaaien van nog meer angst, nog meer haat. Ik zeg niet dat alle militaire operaties die er nu zijn, niet nodig zijn; ik weet het simpelweg niet. Maar ik weet wel wat IK kan doen: me niet laten meeslepen en iedereen die ik zie hetzelfde proberen te bekijken. Te blijven glimlachen naar wie ik ontmoet. En te proberen de vrede in mijzelf te vinden, gewoon als beginnetje. Vanaf daar zien we wel weer, maar wat zou het al een mooi uitgangspunt zijn!

Liefs,
Nadia

vrijdag 12 september 2014

Hoe mooi je gevoeligheid kan zijn

 Vorige week hadden we een feestje van het werk van mijn man. Meestal niet echt mijn favoriete plek om te zijn, druk, veel lawaai, veel mensen met allerlei zaken die ik dan vaak weer aan kan voelen. Een goede plek om je af te sluiten dus, maar dat vergeet ik vaak en doe ik tegenwoordig ook niet meer graag. Ik sta liever open, anders ben ik ook niet echt te bereiken en kan ik me niet verbinden als ik dat wel wil. Als het me echt teveel wordt, gebeurt dat afsluiten vanzelf, of ik nu wil of niet.

De eerste paar uur van het feest waren zoals feesten vaak zijn voor mij, vooral ongemakkelijk. Toen later op de avond het licht gedimd werd, de muziek wat harder ging en mensen gingen dansen, veranderde dat voor me. Rationeel gezien alleen maar meer prikkels om last van te hebben, maar er gebeurde iets onverwachts. Ik kon mijn focus ineens leggen op de mensen die plezier hadden en daarop afstemmen. Toen ik ook nog een jonge ober zag met een stralende, aanstekelijke lach, sloeg de avond helemaal om voor me.

Deze jongen was tegen of rond de 20, vaak een leeftijd dat jongeren, zeker met een bril, nog wat onzeker overkomen. Helemaal op zo’n druk feest, waar je met je dienblad tussen de dansende mensen door moet manoeuvreren. Maar deze jongen had zo’n prachtige en zelfverzekerde uitstraling! Zijn lach was zo ontwapenend en raakte me. Hij straalde een blijheid uit waarvan ik vurig hoop dat mijn jongens hem rond zijn leeftijd ook nog steeds hebben. Af en toe wisselden de jongen en ik een blik en een grapje uit. Ik verbond me, via zijn prachtige lach, met hem en kon niet anders dan mij net zo gelukkig voelen als hij eruit zag.

Het is me vaker opgevallen: Een verbinding van lach tot lach, leidt tot een verbinding van oog tot oog en dan van ziel tot ziel. Als ik me zo mag verbinden met iemand, dan loop ik over van liefde. Liefde voor het leven, liefde voor mijn medemens en liefde voor de liefde zelf. Dat zijn de mooiste momenten die je mee kunt maken en die kun je alleen meemaken als je je durft te verbinden. Op zulke momenten, prijs ik me gelukkig dat ik zo gevoelig ben.

Gevoelig zijn is een kracht, het is prachtig. Koester het.

Liefs,

Nadia 

dinsdag 19 augustus 2014

Een kern van waarheid

Het is een tijdje stil geweest rondom mij. Wat blogs betreft in ieder geval. Dat komt omdat ik niet zo veel te zeggen had en tegelijkertijd ook weer heel veel. Er wordt namelijk al zoveel gezegd en geschreven, dat ik er een beetje stil van werd. Zoveel mensen, zoveel meningen. Wat heeft de mijne dan nog toe te voegen?

Gisteren dacht ik hier eens over na. Waar ik namelijk mee worstel de laatste tijd, is dat ik heel veel berichten tegen kom die ogenschijnlijk tegenstrijdig zijn, maar die allemaal resoneren bij mij als waarheid. De één trekt de spiritualiteit terug naar hier op aarde, zet ons met beide voetjes op de grond en zegt bijvoorbeeld dat ook de “negatieve” emoties er mogen zijn. Aan mijn vorige blogbericht kun je zien dat ik het hier helemaal mee eens ben. De ander leert ons dat dit soort emoties ons niet verder brengen op het pad waar we heen willen en dat wat je aandacht geeft, groeit. Ook waar naar mijn mening.

Om bij dit voorbeeld te blijven: Bepaalde emoties doen inderdaad meer kwaad dan goed als je ze wegstopt. Beter is dan om ze wel toe te laten. Erin blijven hangen is alleen dan wel weer slecht voor je en helpt je niet verder. Je focus dan weer verleggen helpt je om weer terug te keren naar je pad. Zo zijn dus beide beweringen waar.

Als er zoveel invloeden op me af komen en ik meerdere als waarheid zie, waar sta ik dan, begon ik me af te vragen. Waar sta ik? Het antwoord is vrij simpel: In mijn waarheid. Mijn waarheid is, dat er zoveel wijsheid is op de wereld. Er is niet één persoon die het allemaal precies weet. Zovelen hebben een punt. In heel veel wat mensen zeggen, zit een kern van waarheid. Voor mij is het alleen van belang wat er met mijn waarheid resoneert. Het eens zijn met de een, betekent niet dat je het oneens moet zijn met de ander. Het is gewoon weer een andere kant van het verhaal, wat perfect past bij deze duale wereld eigenlijk.

Uiteindelijk is voor jou alleen van belang dat jouw waarheid klopt, ook als die na 5 minuten alweer wat bijgesteld is. Toch juist mooi als je zo flexibel bent?

Liefs,

Nadia

donderdag 24 april 2014

Kusje erop en OVER!

 Als ik hoor dat iemand dat zegt tegen een kind, doet mij dat altijd wat pijn. Alsof er een maximale tijd is dat een kind mag huilen. Kusje erop, even wrijven, een korte knuffel en dan moet het maar over zijn. Het was toch immers niet zo’n harde val, het kan toch niet zo’n pijn doen? Maar wie weet wat dat kind die dag, of die week heeft meegemaakt? Wie weet wat voor spanning het heeft opgekropt? Even een potje huilen, lekker in de armen bij iemand die je vertrouwt, is dan toch heerlijk? En nodig?
En zelfs als het zou gaan om een kindje met een hele lage pijngrens, moet het dan daar maar snel op een harde manier over heen groeien?

Wie heeft het zelf nooit meegemaakt in een periode van spanning, of nadat hij iets ingrijpends heeft meegemaakt: Eigenlijk zou een potje janken best goed zijn, maar dat mag je niet van jezelf. En dan ineens stoot je keihard je hoofd, of maakt iemand net een verkeerde opmerking. En ineens komen de tranen, zonder waarschuwing. En ze blijven maar komen, terwijl het toch allemaal best meeviel? Als volwassene ga je toch niet om zoiets kleins huilen?
Tot je beseft dat het eigenlijk best even lekker is om te huilen. Na de huilbui voel je je heerlijk opgelucht, alsof er een last van je schouders is gevallen. Zouden we dat kinderen niet gunnen?

Ook in de “volwassen wereld” lijken buitenstaanders te bepalen hoe lang je verdriet mag hebben. Na een maand moet je toch wel over die relatie heen zijn? Na een half jaar, of een jaar max, is toch zeker de rouw om je overleden geliefde wel grotendeels voorbij? Niemand vraagt nog hoe het echt met je gaat, niemand biedt meer die schouder, die je misschien nog steeds kan gebruiken. Want het zal toch vast wel over zijn? Ze hebben toch geluisterd? Ze zijn toch begripvol geweest? Ze hebben je toch getroost?

Ik heb in mijn vrienden- en kennissenkring mensen die dingen hebben meegemaakt waar je misschien wel nooit overheen komt. Mensen met littekens zo diep, dat ze nooit helen, nooit onzichtbaar zullen worden, nooit verdwijnen. Mogen die dan niet meer huilen? Mag hun verdriet er niet meer zijn? Moet het maar een keer “over” zijn?
Of kunnen we misschien dat luisterend oor blijven bieden als ze er behoefte aan hebben? Kunnen we ze blijven knuffelen en troosten, tot ze zich weer even opgelucht voelen?
Kunnen we onze kinderen en de gekwetste kinderen in onszelf en anderen blijven koesteren in hun verdriet en kusjes blijven geven tot het echt geen pijn meer doet?

Veel liefs,

Nadia

vrijdag 14 februari 2014

Hart zonder hoofd, hoofd zonder hart

 Hoe vaak zeggen mensen niet tegen je: “Volg je hart!” Zelf heb ik het ook vaak genoeg gezegd, maar ik begon me laatst ineens af te vragen of het wel altijd het juiste advies is. Want ja, je hart is wijs en weet wat jij, tot in het diepste van je hart, wil. Maar kan een hart soms ook niet wat wispelturig zijn? Is je hart, zonder je hoofd, soms niet wat te impulsief?

Zo kan het zijn dat je hart je vertelt dat je graag ander werk wil. Misschien wel als zelfstandig ondernemer. Maar hoeveel ondernemers zie ik niet om me heen die het niet goed (meer) redden? Die toch een baan ernaast moeten zoeken om rond te kunnen komen? Je hoofd zou vast gezegd hebben dat je je oude baan beter nog even aan had kunnen houden en misschien had je hoofd je daar wel een punt.

Of zou jij bijvoorbeeld, aan een vriendin die niet helemaal meer lekker zit in haar huwelijk en verliefd is geworden op een ander, terwijl haar man haar grote liefde was, durven zeggen dat ze haar hart moet volgen? Ik niet hoor! Haar hart wil vast die ander, ze is immers verliefd. Maar wat zouden hart en hoofd samen willen? Waar zou ze uiteindelijk het gelukkigst van worden? Ik zou het niet durven zeggen, wie weet wat het juiste besluit is? Maar alleen op je hart, of alleen op je hoofd vertrouwen, lijkt me hier tekort te schieten…

Zijn hoofd en hart juist niet een hele mooie combinatie? Zouden zij samen niet de ultieme wijsheid bevatten voor ieder persoon? Is het juist niet mooi dat je kunt terugvallen op beiden? Dat je aan je hart én hoofd kunt vragen wat de juiste beslissing is voor jou? Ik begin in ieder geval te geloven dat je niet altijd alleen maar kunt volstaan met de opmerking “Volg je hart”. Sowieso moeten we ons afvragen of we wel advies willen geven als iemand in verwarring is. Vaak volstaat het luisteren naar wat de ander zegt, daaruit spreekt wat hart én hoofd zeggen en zo komt de ander er vast zelf wel uit.

Liefs,

Nadia

zaterdag 18 januari 2014

Oneindig

Af en toe dringt ineens het besef tot mij door hoe oneindig wij zijn. Oneindig veel sterker en oneindig veel liefdevoller dan we denken. Van jongs af aan wordt ons een bepaalde nietigheid ingeprent. Je bent maar één klein mensje op de grote wereld. In je eentje kun je niets bereiken. Je kunt niet krijgen wat je wilt. En ga zo maar door.

Dat je alle macht en alle kracht in je draagt om jouw leven te beïnvloeden, wordt ons niet verteld. Dat we hier op aarde zijn om te genieten en te herontdekken hoe machtig wij zijn, wordt ons niet verteld. Misschien waren er ouders die dit wel aan hun kinderen verteld hebben, maar dan zijn die ideeën wel vakkundig de kop ingedrukt op school. Wie heeft er nooit een leraar gehad die hem of haar vertelde dat hij/zij het niet goed genoeg deed? Die benadrukte wat je niet kon? En je daarmee het gevoel gaf minderWAARDig te zijn?

Mijn ouders hebben hun best gedaan en zelfs de leraren op mijn basisschool deden het goed. Maar de basis die zij legden, werd onderuit geschoffeld door sommige kinderen en later op de havo ook nog door andere leraren. Hoe vaak mijn moeder mij ook op het hart drukte dat het niets zei over mij, het hielp niet genoeg. Ik herinner mij een leraar Duits die, voor de hele klas, meedeelde dat “Nadia het weer niet geleerd had.”, omdat ik weer een 3 had gehaald. Geen idee had hij dat er ook leerlingen zoals ik waren, die uren boven hun boek zaten, maar wiens brein die taal maar niet leerden beheersen. Tot op de dag van vandaag krijg ik ernstige faalangst als ik Duits moet praten. Dankzij hem… En zou hij er nu op uit geweest zijn om mij het gevoel te geven minder waard te zijn dan een ander? Ik ga ervan uit van niet, maar zo werkt het dus wel.

De werkelijkheid is een hele andere: Je bent ONEINDIG sterk! Je bent ONEINDIG veel waard! Iedereen die jou vertelt dat dit niet zo is, ziet dit verkeerd. Kan diegene ook niets aan doen, dat is zijn werkelijkheid, zijn illusie, zijn wereld. Het leuke van die oneindigheid is, dat ik het niet voor niets oneindigheid noem: Als het je niet lukt om het hier en nu te beseffen, dan heb je daar oneindig de tijd voor. Oneindig de tijd om je te herinneren wie je werkelijk bent en wat je werkelijk kan. Hoe mooi is dat? Maar misschien helpt het wel om het af en toe eens te lezen, zoals nu…

Liefs,

Nadia